Een soortgelijk gevoel had ik toen het ook bij ons zover was. De coronacrisis dwong ook de meeste medewerkers binnen ons bedrijf het kantoor tijdelijk te laten voor wat het is en thuis een werkplekje in te richten. Dat ging dan ook opeens heel snel. Rond het middaguur waren we ons doordrongen van de noodzakelijkheid en nog geen twee uur later pakten we wat internetkabels, kantoortelefoons en andere onmisbare zaken in en reed ik, nu inmiddels tweeënhalve maand geleden, voorlopig voor het laatst mijn werk-woonroute.
Maar een nog groter probleem zag ik voor mezelf. In gedachte zag ik mijzelf ook alweer in de knoop tussen drie internetkabels de trap afrollen.
Het was op een donderdag. De vrijdag konden we dan nog gebruiken om eventuele oneffenheden glad te strijken zodat we die maandag erop volop van huis uit konden gaan werken.
Ik verklap u vast dat dit laatste lukte. Maar de weg er naar toe was, late we zeggen, zoals u dat logischerwijs ook van mij zou kunnen verwachten.
Drie keer twintig meter internetkabel van de zolderkamer naar de begane grond. De laatste ruimte is de plek waar de modem zich bevindt. Daar begon het avontuur dan ook zo ongeveer. Hoe ik de kabels het weekend netjes weg ging werken was voor mij ook nog een onduidelijk verhaal, maar voor het functioneren op vrijdag had ik besloten dat ik de drie kabels netjes door het huis heen zou begeleiden naar zolder. Overigens zal ik u het technische verhaal besparen waarom het drie kabels betreft, maar kort gezegd betreft het twee telefoons en een kabel voor de laptop.
De kabels waren keurig weggewerkt achter wat lampjes en schilderijen en rondom wat trapleuningen gevlochten. Ze waren zichtbaar, maar lagen niemand in de weg. Er was echter nog een onoverkomelijk probleem. Ik kwam een meter of tien tekort. De zolder was nog ver weg. Na koortsachtig overleg met mijzelf besloot ik het nette wegwerken van de bekabeling te laten voor wat het is en de kabels via de snelste weg omhoog te trekken.
U raadt het al. Misschien als ik liggend op de grond met de laptop half op de trap zou kunnen werken zou het wat kunnen worden, maar de bureau op zolder zou met deze twintig meter kabel nooit bereikt worden. Even had ik nog het idee de kabel buitenlangs door de achterdeur naar het zolderraam te trekken. Heel even maar, want alleen al bij het idee door mijn hoofd laten gaan zag ik vrouwlief haar wenkbrauwen fronsen.
Een ding was duidelijk. Het was heel slim om de vrijdag te gebruiken om wat plooien glad te strijken, al moest er natuurlijk ook gewoon gewerkt te worden die dag. En zo begon ik vrijdagochtend dus aan de keukentafel, volledig ingericht als kantoor, mijn werk te doen.
's Middags kon ik dus in ieder geval op zolder werken en dat zorgde in ieder geval voor rust in en vooral óp mijn hoofd.
U moet weten dat mijn werk veel uit chatten (in de vorm van mailen en appen) en bellen bestaat. Twee mensen vonden het in ieder geval fantastisch. Dochterlief (4 jaar) en zoonlief (2 jaar) waren lyrisch dat papa op een werkdag 's ochtends aan de keukentafel zat en ook nog eens met apparatuur waarop veel knopjes en lichtjes vrolijk en flikkerend aanwezig waren.
Na het zevende telefoongesprek met één kind op mijn hoofd en de ander balancerend op mijn schouder en het zoveelste mailtje wat verkeerd gestuurd werd omdat één van de twee liefste draken van de wereld de enterknop aan een onverwoestbaarheidstest onderwiep was de maat zo ongeveer wel vol. Ook vrouwlief had het wel gezien. 'Ik ga even drie keer dertig meter kabel halen'
's Middags kon ik dus in ieder geval op zolder werken en dat zorgde in ieder geval voor rust in en vooral óp mijn hoofd. Al was dat slechts tijdelijk. Want over de vloer lag door heel het huis nu dertig meter kabel. Niet één keer, niet twee keer, maar drie keer. Het netjes wegwerken was niet helemaal gegaan zoals ik dat van te voren bedacht had. Nadat er een lamp van de muur viel en er een schilderij sneuvelde begon ik zelfs te vrezen voor de trapleuning. De kabels lagen dus nu gewoon in één rechte lijn over vloer en trappen van de woonkamer (ja, ook dag nog. Onze modem bevindt zich in de meest bewoonde woning van het huis) naar de zolder. Met twee spelende kids is dat vragen om problemen. Maar een nog groter probleem zag ik voor mezelf. In gedachte zag ik mijzelf ook alweer in de knoop tussen drie internetkabels de trap afrollen.
Over het algemeen heb ik geen moeite met slapen. Zelfs op de wat mindere dagen des levens. Maar die nacht, de nacht van vrijdag op zaterdag, deed ik geen oog dicht. Hoe ging ik de enorme trossen aan internetkabel op zolder krijgen zonder op een manier dat iedereen die ons huis zou betreden ook maar zou weten dat er überhaupt internet door het huis liep? Natuurlijk waren en zijn er veel moeilijkere vraagstukken in het leven op dit moment, maar dat dit probleem zo snel mogelijk van (de keuken)tafel moest was wel duidelijk.
U hoeft mij maar een beetje te kennen en u weet het allang: Ik had werkelijk waar geen idee. Gelukkig heb ik een buurman die op zaterdag wel even wilde kijken. Al snel hadden we een plan (ik praat graag in 'we', maar het was vooral zijn plan). In vogelvlucht legde hij mij uit waar we de kabel langs zouden trekken, waar er eventueel wat gaatjes geboord moesten worden en hoe hij het netjes weg zou werken. Allemaal dingen waarvan ik wist dat ik het hem kon toevertrouwen en die hij ook nog voor ons wilde doen. Net toen ik mij wel wat lullig begon te voelen over het feit dat mijn middag vooral zou bestaan uit het aangeven van boormachines en hamers en het drinken van een koud biertje aan het eind van de succesvolle exercitie bedacht ik mij nog iets wat tot dat moment leek op een onbeduidend detail: 'Je moet nog even één ding zien', zei ik hem.
En opeens had ik een nuttige bijdrage. Op zolder was een hele oude telefoonaansluiting. Zo eentje die met mazzel misschien nog door een medewerker van Radio Scheveningen herkend zou worden, maar verder bij een medewerker van pak 'm beet Ziggo vermoedelijk geen lampje zou doen branden. De aansluiting konden we dan ook niks meer mee, maar buurman was het met mij eens dat er dus ergens een kabel moest lopen. Hij besloot deze te volgen en vanaf daar werd het simpel. 'Buurman, je hebt gewoon een koof van boven naar beneden lopen.'
Niet veel later waren we al bijna klaar. Slechts één gaatje in de vloer en het trekken van toch die twintig meter kabel door de kruipruimte en de koof en er was perfect werkend internet op zolder. Een last viel van mijn schouders. Ik kon maandag rustig gaan beginnen met werken zonder dat mijn gezin daar allerlei ongemakken van zou ondervinden.
U moet weten dat ons bedrijf niet echt een IT-afdeling heeft. Het feit dat ik ooit een eendagscursus Excel heb gedaan zou zelfs wel eens kunnen betekenen dat men denkt dat ik de IT voor mijn rekening neem.
Al vroeg ik mij nog wel even af hoe we die andere twee internetkabels naar boven gingen krijgen. 'Ben je gek?', zei de buurman. 'We kopen toch een switch?' U moet weten dat ons bedrijf niet echt een IT-afdeling heeft. Het feit dat ik ooit een eendagscursus Excel heb gedaan zou zelfs wel eens kunnen betekenen dat men denkt dat ik de IT voor mijn rekening neem. Een apparaat dat luistert naar de naam switch was dus ook nieuw voor mij. Maar volgens mij hoef ik u niet uit te leggen dat we dit apparaat kunnen uitleggen als een soort verlengkabel voor internetkabels.
En zo kwam er een einde aan het kleine leed, wat natuurlijk direct in het niet valt bij het grote leed wat direct en de reden is van het thuiswerken op zichzelf (Als er iets is wat een belangrijke doorstart heeft gemaakt deze coronatijd is het de disclaimer). Het thuiswerken gaan we voorlopig nog even doen zoals het er nu uit ziet. Op zolder, met goed werkend internet. Met dank aan de buurman en het feit dat ik ergens, in een oude telefoonverbinding, dacht de oplossing te zien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten