Vier jaar geleden domineerde Nederland het Olympisch schaatstoernooi in Sochi. Ik kan mij zo voorstellen dat de halve schaatswereld zich toen even achter de ijskoude oortjes gekrabd heeft.
Want? Wat is er dan zo bijzonder aan dat ijs in Nederland? Bevriest dat anders als het ijs in Japan? Ligt het aan de schaatspakken? Zijn die beter dan die van de Amerikanen? Waarom moest Nederland bijna een extra vliegtuig bestellen om alle Nederlandse schaatsmedailles thuis te krijgen? En ja, Nederland heeft dan wel een schaatscultuur, maar wanneer wordt daar nu nog echt op natuurijs geschaatst? En die Elfstedentocht maken we toch ook nooit meer mee?
Daar moest men zich toch tegen gaan wapenen de komende jaren?
De Russen hadden weliswaar een geniaal plan bedacht. Al bleek dat niet helemaal volgens regeltjes te zijn. En het hielp blijkbaar ook niet echt.
En dus opende gisteren iedereen vol goede moed het Olympisch Schaatstoernooi van de Olympische Spelen 2018. Iedereen in goede mood. Nieuwe ronde, nieuwe kansen. Nederland zet zelfs laag in. 15 medailles. Dat zou prima zijn, maar is zeker niet overmatig ambitieus.
En toen volgde er een sweep. Drie Nederlanders op het podium.
Natuurlijk moeten er nog vele ritten gereden worden, maar het kon wel eens zijn dat de internationale schaatsgoeroes zich dit jaar weer achter de oren moeten krabben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten