Posts tonen met het label Sportschoolgeklungel. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Sportschoolgeklungel. Alle posts tonen

zaterdag 25 februari 2017

Sportschoolgeklungel (3)

Nog altijd neem ik mij voor om tweemaal in de week naar de sportschool te gaan. Het slechte nieuws is dat ik hier niet in slaag. Het goede nieuws? Dat ik wel één keer in de week de crosstrainer en pulley trotseer. Het laatste deel van dit drieluikje



Sportschoolgeklungel

Eigenlijk is er nog meer goed nieuws. U heeft ongetwijfeld gelezen over mijn opgelopen sportblessure en het gestuntel met de yogabal. Mocht u verlekkerd achter het scherm zijn gekropen om weer een Hendrie-valt-van-een-toestel of laat-een-gewicht-op-zijn-teen-vallen verhaal te lezen dan stel ik u nu alvast teleur. Ik zou het in dat geval moeten verzinnen en dan is de lol van het schrijven er snel af. Aandikken hooguit, maar tot mijn spijt kan ik dat van de eerder genoemde verhalen in dit drieluik nauwelijks zeggen.

Van de week zat ik  een Bike Exercise te doen en keek ik een beetje om mij heen. Eigenlijk is het een feest voor het brein om even rond te kijken in de sportschool. Links van mij zie ik namelijk iemand die aan het lichaam te zien regelmatig sport. Ik zie hem diep inademen en weer uitademen en zoeken naar focus. Op een manier die je ook ziet bij de topatleten van de Olympische Spelen. Dan pakt hij een gewicht, doet deze tien keer op en neer, laat hem met een klap op de grond vallen en loopt weg alsof hij zojuist de prestatie heeft geleverd om een gooi te doen naar de gouden medaille.

Mocht u verlekkerd achter het scherm zijn gekropen om weer een Hendrie-valt-van-een-toestel of laat-een-gewicht-op-zijn-teen-vallen verhaal te lezen dan stel ik u nu alvast teleur

Rechts van mij zit dan weer iemand die duidelijk minder vaak sport. Hij zit, neemt een slok water, gaat staan en kijkt naar een toestel. Vervolgens gaat hij weer zitten, neemt een slok water, gaat staan en kijkt naar een toestel. Dat herhaalt hij een paar keer. Zonder te douchen verlaat hij niet veel later de sportschool.

Dan opeens zie ik iemand voorbij roeien. Dat is gek, want als een fietser in een sportschool niet voor of achteruit kan, waarom een roeier dan wel. Verbaasd kijken de overige aanwezigen naar de fanatiekeling op de roeimachine. De sportinstructrice lost het op. Ze legt een gewicht voor het toestel en de roeimachine blijft vanaf dat moment keurig op zijn plaats. 'Er moet nog een anti-slipmat onder' zegt ze verontschuldigend. 

Voor die sportinstructeurs zijn eigenlijk de enige puntjes van kritiek. Er zijn een paar positieve uitzonderingen, maar de meeste zijn 'iets' aan doen achter de computer. Volgens mij het slechtste signaal wat je als sportinstructeur kan afgeven is achter de computer blijven hangen. Natuurlijk: Sportschema's maken voor klanten, sociale media's updaten en al dat soort zaken gebeuren ook bij een sportschool achter de computer. Maar doe dat dan niet ten midden van alle toestellen, Als ik ooit afgetraind ben spreek ik ze eens aan (voor het geval ze een slechte bui hebben).

'Dacht ik al te zien', vervolgt hij. 'Je ziet er goed uit, man!'

Over kleedkamers mag je natuurlijk nooit spreken, maar als ik daar zit uit te puffen komt er opeens een hele groep sporters binnen. Een aantal herken ik ergens van. Krijg nou wat, het zijn mensen met wie ik ooit nog aan Spinning deed op een andere sportschool. Maar.. Ze zijn eigenlijk in al die jaren niks afgevallen! 'Ben je al die jaren blijven spinnen?' vraag ik er eentje die in elk geval net doet of hij mij ook herkend. 'Dan zal ik mijn geld maar eens terugvragen', grap ik naar hem als hij trots vertelt dat dit inderdaad het geval is. Hij lacht en weet niet dat ik het eigenlijk echt meen.

Als ik een paar minuten later buiten in de auto stap blijkt hij naast mij geparkeerd te staan. 'Sport jij hier ook alweer een tijdje?' vraagt hij. Voordat ik ontkennend kan antwoorden heeft hij al besloten dat ik zijn vraag bevestigend ga beantwoorden. 'Dacht ik al te zien', vervolgt hij. 'Je ziet er goed uit, man!'

Hè? Verbaasd stap ik in de auto.

Een keer per week is genoeg.

vrijdag 10 februari 2017

Sportschoolgeklungel (2)

Een drieluik. Dat is wat ik beloofd had toen ik mijn eerste avontuur in de sportschool vorige week op dit blog beschreef. Belofte maakt schuld. Gelukkig blijk ik nog niet klaar met sporten. Zelfs niet naar een ervaring met een onwillige yogabal.



Geklungel in de sportschool

Vaste routine
De grote winst is natuurlijk alleen al het feit dat ik nog niet klaar ben met het sporten. Nog steeds pak ik één tot twee keer per week netjes mijn sporttasje in om keurig op de crosstrainer te staan en aan de gewichten te hangen. Ik heb het gevoel dat het al jaren vaste routine is, maar de werkelijkheid is toch echt dat ik pas drie weken überhaupt lid ben. 

Toen ik bedacht dat ik over mijn geklungel in de sportschool iets op papier moest zetten wist ik van twee dingen zeker dat ze op dit blog moesten. De eerste was natuurlijk mijn buitengewoon verkregen sportblessure waarover u twee weken geleden heeft kunnen lezen. De tweede deel ik nu met u. 

Ik knikte, terwijl ik een bidon water in één teug leegzoog bij wijze van afblussen. 'Het zit erop voor vandaag.' Als hij het niet had gezegd, dan ik wel.

Als je voor het eerst op een sportschool bent dan wordt er zoals ik al eerder schreef een programmaatje voor je samengesteld. Vervolgens loop je samen met de instructeur een rondje door de zaal en instrueren ze je over de verschillende toestellen en oefeningen die in je programma verwerkt zitten. Toen ik mijn rondje door de zaal deed en we de toestellen met stoere namen als Leg Press, Chest Press, Pulley, Dumbells en weet ik veel wat allemaal niet hadden gehad kwamen we eindelijk bij iets wat, zoals het in elk geval klonk, ontspannend zou moeten zijn.

Planken op een yogabal
'We gaan nu even planken op een yogabal', zei de instructeur. Ik weet niet waarom, maar het klonk gewoon alsof het te doen moest zijn. Een ronde bal waar je dan een beetje half op moest liggen. Dat kon toch nooit moeilijker zijn dan tientallen kilo's vijftien keer naar voren drukken. Toen de instructeur het voor deed was ik nog zekerder van mijn zaak. Met bijna serene rust steunde hij met twee armen op de bal. Daarna was het mijn beurt. 'Half minuutje', zei de instructeur.

Nadat ik twee minuten geprobeerd had de yogabal onder controle te krijgen besloot de instructeur mij dan ook te helpen, zodat ik daadwerkelijk kon beginnen aan mijn plank. 'Het halve minuutje gaat pas in als je erop ligt', zei de grapjas ook nog. Tijdens de halve minuut planken kwam ik erachter dat het allesbehalve een ontspannende oefening is. Al na tien seconden leek het of mijn buikspieren in de fik stonden. 'En dat doe je voortaan drie keer achter elkaar. Bouwen we het langzaam op naar anderhalve minuut', zei de instructeur. Ik knikte, terwijl ik een bidon water in één teug leegzoog bij wijze van afblussen. 'Het zit erop voor vandaag.' Als hij het niet had gezegd, dan ik wel.

Belachelijke situatie
Kent u dat gevoel? Dat u weet dat u in een belachelijke situatie bent geraakt en dat u op het moment zelf daar al een beetje om moet lachen. Dat is gênant, he? Nog gênanter is dat je al van te voren lacht omdat je de belachelijke situatie waarin je terecht gaat komen al ver van te voren ziet aankomen en er toch in terecht raakt.

Het einde van de eerste keer dat ik volledig zelfstandig mijn oefeningen afwerkte in de fitnesszaal naderde en op het programma stond eigenlijk alleen nog de plank op de yogabal. Enigszins met tegenzin liep ik richting het hoekje yogaballen. Ik zag dat ik niet de enige was. 

Naast de plek waar ik enigszins schuchter mijn yogabal heen had gerold stond een gespierd lichaam zich een soort van op te drukken op twee yogaballen. Zo moeilijk kon het dus niet zijn. En toen lachte ik dus. Omdat ik toen al wist dat het een blogwaardig tafereeltje ging worden.

Ballon en trendsetter
U kent het vast wel. Ooit heeft u eens een ballon proberen te laten knappen onder uw voet. U haalde u been omhoog en bereidde u zelf al voor op een grote knal. Als u voet landt op de ballon volgt er echter geen knal maar schiet de ballon weg. Terwijl u geen invloed heeft gehad waar naar toe.

Het zal toch niet zo zijn dan de gespierde jongen die fanatiek aan het opdrukken was nu zojuist een derde yogabal op zijn gespierde snufferd heeft gekregen?

Ik kende de versie van de ballon en nu ook de veel te goed vergelijkbare versie van de yogabal. Vol met geveinsd zelfvertrouwen dook ik op mijn yogabal. Geef hem geen kans te ontsnappen, moet ik gedacht hebben. Even dacht ik hem dan ook direct onder controle te hebben en direct te kunnen beginnen met mijn plank. Niets bleek minder waar. Ik voelde hem nog even wegglippen. Een halve tel later voel ik weinig anders als de koude vloer van de sportschool.

Oh nee, dacht ik. Het zal toch niet zo zijn dan de gespierde jongen die fanatiek aan het opdrukken was nu zojuist een derde yogabal op zijn gespierde snufferd heeft gekregen? Gelukkig niet. Als ik zijn kant op kijk zie ik, en ik chargeer licht, hem de ene yogabal op zijn vinger ronddraaien, terwijl hij de andere net stil legt in zijn nek. Ik heb zojuist zelfs een stil liggende yogabal op de grond niet onder controle gekregen. Ik chargeer niet als ik zeg dat hij redelijk verbaast kijkt naar een jongen die plat op de grond ligt met een paar meter achter hem een yogabal.

Heel kort hoop ik dat ik een trendsetter wordt en dat ik niet veel later de halve sportschool plat op de grond zie liggen met een yogabal enkele meters erachter. Maar aan de blik van de jongen zie ik al snel dat als hij al denkt dat het een oefening is hij al besloten heeft dat hij die oefening nooit van zijn leven gaat uitvoeren. Er zijn grenzen voor het bereiken van een killerbody. Dan nog liever een flinke dosis anabolen. 

Aardige vrienden
Hoe de rest van de exercitie met de yogabal ging is eigenlijk moeilijk in woorden uit te leggen. U zal het eigenlijk gewoon moeten zien om het te snappen. Maar ik ben toch zo verschrikkelijk blij dat er geen beelden van zijn. Helemaal weten zal u het dus nooit, maar ik vrees dat u er wel een voorstelling van kan maken. Als ik het mij goed herinner heb ik zelfs even mijn tanden erin gezet om hem even stil te laten liggen. Maar hoofdzaak is: IKk heb drie keer een halve minuut op dat ding gelegen. De aanhouder wint.

Uiteindelijk zijn de yogabal en ik aardige vrienden met elkaar. Ik ben inmiddels opgeschakeld naar drie keer een sessie van een minuut en hoewel het nog niet zo ver is dat hij komt en braaf gaat zitten als ik op mijn vingers fluit, vliegt hij niet meer alle kanten op zo snel ik een avance naar hem maak.

U snapt dat ik daar erg blij om ben, al weet ik zeker dat er een hoop medesporters, de aanwezige sportinstructeurs of andere toevallige aanwezigen dat erg jammer vinden. 


vrijdag 27 januari 2017

Sportschoolgeklungel (1)

Gelukkig is het niet elk jaar prijs, maar eens in de zoveel tijd zie ik de eerste januari ook als het perfecte markeringspunt om eens wat meer aan sport te gaan doen. Het is overdreven om er gelijk het etiket 'goed voornemen' op te plakken, maar het heeft er wel erg veel van weg. En wat blijkt: De sportschool is blijkbaar een avontuur. Het eerste deel van een drieluik.


Geklungel in de sportschool

Sportschool sponsoren
Natuurlijk maak ik mij al wel eens vaker schuldig aan sporten. Zo wordt er regelmatig tientallen kilometers gefietst en ook regelmatig een potje squash gespeeld. Helemaal vreemd is sporten gelukkig dus niet voor mij. Maar ergens had ik mijzelf toch weer wijs weten te maken dat het een goed idee was om weer eens de fitness op te pakken.

Op te pakken inderdaad. Want enkele jaren geleden was ik even enthousiast begonnen bij een sportschool. De eerste maand was ik een regelmatig gebruiker. De tweede maand een minder regelmatige gebruiker en ongeveer na de derde maand een sporadische gebruiker. Het duurde dan ook niet lang of ik was niet heel veel meer dan een sponsor van de betreffende sportschool die zich dat dan ook meer dan een jaar lang heeft laten welgevallen.

Als zo vaak zag ik mijzelf alweer voor de spiegel staan met een sixpack. 

Januarisporters
Toch ben ik blijkbaar de doelgroep voor dit soort scholen, want toen ik bij de dichtstbijzijnde een winterabonnementje zag verschijnen ging ik snel overstag. Als zo vaak zag ik mijzelf alweer voor de spiegel staan met een sixpack. 

Om dus niet te eindigen als Jaap in dit fictieve verhaaltje van twee weken geleden vatte ik de koe bij de hoorns en schreef mij in. Beetje cardio, beetje krachttraining en misschien zelfs wel een groepslesje boksen. Dat is toch altijd mooi: Nog voordat ik ook maar een halter in mijn handen heb gehad zijn de plannen eindeloos. 

Het eerste avondje sporten was goed te doen. In rustig tempo maak ik kennis met alle toestellen en wordt er een programma samengesteld. Naast mij staan nog een paar bekenden. 'Ook een winterabonnementje?', vraag ik. Het antwoord is bevestigend. Dezelfde doelgroep als mij. Laten we het maar 'januarisporters' noemen.

Eerste sportschoolblessure
Een paar dagen later loop ik mijn eerste sportschoolblessure op. Natuurlijk klinkt een gescheurde spier, verrekte hamstring of voor mijn part een gebroken pols een stuk interessanter. Maar ik heb een bloeduitstorting. Ook over een bloeduitstorting zou je een stoer verhaal kunnen ophalen, maar ik kies toch maar voor de waarheid. 

Toen ik mijn warming-up op de fiets klaar had liep ik nonchalant naar het eerste toestel. Een toestel genaamd legpress. Kort gezegd doe je op dit apparaat zittend wat oefeningen die de beenspieren versterken. Of zouden moeten versterken. Nooit op de zaken vooruit lopen natuurlijk. 

Dus ik nam plaats op het toestel maar kwam er al snel achter dat ik zo ongeveer met mijn benen in mijn nek kwam te zitten. Achter mij hoorde ik wat gegniffel. Blijkbaar zaten er wat ervaren sportschoolyuppies op een crosstrainer zich kostelijk te vermaken door alleen al naar mij te kijken en razend benieuwd waren hoe ik mijn knieën weer achter mijn oren weg zou krijgen. Alsof ik het dagelijks deed stond ik weer op, want de zitting van het toestel moest natuurlijk versteld worden.

Hoewel mijn innerlijk het uitgilde alsof mijn arm compleet in brand stond zag men aan de buitenkant ongeveer dezelfde blik als die van Hillary Clinton toen ze de Amerikaanse verkiezingsuitslag zag


Maar hoe doe je dat? Dat vroeg ik mij natuurlijk af, maar u snapte dat ik dat niet liet blijken. Dus trok ik op de gok aan het eerste beste pinnetje dat ik zag. Er gebeurde niks. Ik drukte vervolgens op een knopje. Er gebeurde wel wat, maar niet met de zitting. Ik bleef hier en daar rammelen aan knopjes, pennetjes en pinnetjes en voor je het wist schoot de zitting naar achteren. Precies op de juiste plek! Opgelost.

Er was eigenlijk maar één ding niet goed gegaan bij het verstellen van de zitting. Mijn arm was op één of andere manier tussen de zitting en een paar andere onderdelen van het toestel gekomen. De sportschoolyuppies achter mij hadden dat ook gezien en begonnen steeds harder te gniffelen. Hoewel mijn innerlijk het uitgilde alsof mijn arm compleet in brand stond zag men aan de buitenkant ongeveer dezelfde blik als die van Hillary Clinton toen ze de Amerikaanse verkiezingsuitslag zag. En gelukkig wist ik mijn arm weer los te krijgen. 

U als vaste lezer van dit blog mag weten dat mijn blessure ontstond toen ik een toestel in de juiste stand wilde zetten, maar voor de buitenwacht houd ik het toch liever op een sportblessure. Gelukkig stond het mij niet in de weg om mijn sportparcours af te maken.

En nu doorpakken. Hoop ik
Het is nu natuurlijk de vraag welke kant het nu uiteindelijk op gaat. Ziet u mij over enkele weken niet meer op de legpress of liggend op een yoga bal dan kan het zijn dat ik óf ergens voor een spiegel mijn sixpack sta te bewonderen óf thuis vanaf de bank zit te klagen dat ik weer eens naar de sportschool moet, terwijl ik een klein blauwrood plekje op mijn bovenarm driftig als excuus gebruik dat ik die dag echt niet kan sporten.

In dat laatste geval wil ik u vragen om namens mij bij de sportschool een verzoek te doen om dan toch in elk geval in ruil voor mijn sponsoring een reclamebord op te hangen.