Een paar uur later verzoekt vrouwlief mij de barbecue aan te steken. Zelf gaat ze nog even stokbrood halen. Mooi. Want barbecues aansteken is mannenwerk. Natuurlijk. Eenmaal uit het plastic lees ik de gebruiksaanwijzing. Een vreemde taal (bleek naderhand Engels te zijn) waar ik geen chocola van kon maken. Dan maar zonder aanwijzingen. Zo ingewikkeld kan het toch ook niet zijn.
Zorgvuldig plaats ik de barbecue op de houten veranda en jaag de fik erin. Gelukkig had ik al snel door dat het bijgevoegde flesje géén brandmiddel was maar bluswater. Anders was het snel klaar met het culinaire avondje en had enkel de pizzabakker op de camping ons nog kunnen redden. Tevreden kijk ik naar de barbecue waar inmiddels de vlammen uitslaan, maar waar een paar minuten later een bescheiden gloeiende kolenmassa onze hamburgers moet gaan garen.
Halverwege bedenk ik mij toch iets. Zou het onder die barbecue niet warm worden. Het is tenslotte maar aluminiumfolie? En dan op zo'n houten veranda? Weet je wat? Ik til hem gewoon even op de... Niet veel later schreeuw ik het uit. Mocht u het nog niet weten. Een barbecue die u aansteekt met echt vuur wordt warm. En wel zo warm dat hij niet meer met blote handen te pakken is.
Wel is inmiddels een mooie verkoolde zwarte plek op de veranda zichtbaar. Ik sla mijn handen voor mijn ogen.
Inmiddels ik vrouwlief ook terug (zonder stokbrood, want die zijn natuurlijk ook uitverkocht). 'Hè, wat rookt die barbecue? En er zaten toch pootjes bij om hem neer te zetten?' Ik grom wat dat ik die niet gezien heb. 'Vreemd', zegt ze terwijl ze met twee rekjes van het gasstel komt aanlopen. Met een handdoek zetten we de barbecue erop. De veranda zal dus verder bespaard blijven.
Tijdens het eten verbazen we ons nog enigszins dat de barbecue aan de buitenkant zo gloeit en lijkt te verbranden. Ook rookt het wel wat meer dan gedacht. Maar het mag de pret niet drukken. We eten hamburgers, worstjes en maiskolven en zelfs een aardappel poffen lukt hierop. Barbecuen hoort bij kamperen en het is heerlijk.
Een paar uur later ligt de barbecue afgeblust op het grindpad naast onze stacaravan. Als hij voldoende afgekoeld is besluit ik hem weg te gooien. Nog steeds verbaasd over de verbrande buitenkant besluit ik hem nog eens nader te bekijken. Ik til hem aluminiumgedeelte op en zie dat het afgebrande karton blijft liggen. Wat dan ook zichtbaar wordt zijn een paar ijzeren pootjes.
Inmiddels kan ik om mijzelf al aardig lachen en ik grinnik. Semi-trots laat ik vrouwlief mijn ontdekking zien. We komen tot de conclusie dat ik de barbecue niet uit de verpakking heb gehaald voordat ik hem aanstak. Al hoef je voor die conclusie natuurlijk geen grillmeister te zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten