zondag 21 mei 2017

Omdat het Cannes

Met een babylotiondoekje veeg ik de beschadiging aan de buitenkant van mijn wielkast weg. Het zag er een stuk erger uit dan het was. Gelukkig maar. ‘Zag je het echt niet?’ vraagt vrouwlief nog. Ik antwoord bevestigend.  Ik slaak een grote zucht, terwijl ik nogmaals de schade bekijk. Het babylotiondoekje had de meeste schade weg kunnen poetsen. Je zag er in principe niks meer van. ‘Ach ja, de auto staat geparkeerd. We kunnen gaan.’

Omdat het CannesOnderweg in de auto had ik er een paar leuke woordgrapjes van gemaakt. ‘Ik wil er wel een ijsje eten. Als het Cannes’.  Of nog erger: ‘We zijn lekker op vakantie. Omdat het Cannes.’  U snapt dat het bij de eerste paar nog leuk was. Maar de aandacht voor deze amateurhumor verslapte snel. Vrouwlief had het nu wel een keer gehoord. Dochterlief van twee lacht überhaupt om alles wat ik zeg, zolang ik er zelf dan ook maar bij lach.

Mocht u het nog niet in de gaten hebben. We waren dus onderweg naar Cannes. Een plek aan de Zuid-Franse kust. Echt verdiept in onze bestemming hadden we ons nog niet. Monaco, Marseille of Nice hadden eigenlijk de voorkeur voor dit uitje, maar omdat we besloten dat dit te ver rijden was bleef Cannes eigenlijk over. Daar had ik weleens van gehoord. Vooral dankzij Christina Aquilera haar blunder (Waar wordt dit jaar eigenlijk het filmfestival van Cannes gehouden?) en ergens hadden we ook weleens opgevangen dat de jetset er graag vertoefd. 

Nadat we een eetgelegenheid hadden gevonden waar nog voor twee personen en een peuter plek was concludeerden we dat het toeristische treintje waarschijnlijk makkelijker door de menigte bewoog dan wij met onze buggy

Het was druk in Cannes. Niet dat we verwacht hadden het Franse equivalent van Staphorst binnen te rijden, maar het was écht druk in Cannes. Misschien kwam het ook omdat we niet al te opgeluimd de stad binnen reden. Ondergetekende had namelijk ergens halverwege de verkeerde afslag weten te nemen. Het resultaat was dat Nice en waarschijnlijk ook Marseille inmiddels dezelfde reistijd hadden bestreken. Gelukkig was het mij in de auto snel vergeven, maar het was humeurtechnisch gezien wel verstandig snel een parkeergarage te vinden.

Die vonden we ook snel. En wat voor één. U moet zich voorstellen dat in Cannes de meest luxe wagens met de daarbij behorende afmetingen rondrijden. Daar zijn de parkeergarages echter niet op aangepast. Na een barre rit door de garage trof ik eindelijk een parkeerplaatsje aan waar ik zelfs mijn mountainbike met moeite tussen zou kunnen wringen, maar ik besloot het toch met onze Seat Leon te proberen. 'Stappen jullie maar vast uit. Papa regelt het wel even'.

Niet veel later opende vrouwlief mijn portier, vroeg of ik doorhad dat ik naast onze eigen auto ook de auto naast mij zat bij te schaven en attendeerde mij erop dat aan de overkant twee plaatsen naast elkaar vrij waren. Niet veel later stonden we keurig geparkeerd op één van de twee vrije plaatsjes aan de overkant.

Het is niet mijn stijl om geen briefje op de voorruit te plakken van een auto waar ik wat schade had achter gelaten, maar ik vond wat redenen om het er deze keer toch maar bij te laten zitten. Ten eerste leek het mij moeilijk om met mijn Franse vocabulaire dat ongeveer vijf woorden behelst te gaan discussiëren over blikschade aan een auto. Ten tweede had ik in de hectiek geen idee meer waar de betreffende auto stond (geen smoes), ten derde zag ik een kinderstoel op de achterbank. En waar kinderstoelen zijn, zijn ook babylotiondoekjes en dat bleek in mijn geval het perfecte middel om de schade te verhelpen. En ten vierde: Misschien wel de belangrijkste. Ik had helemaal geen briefjes.

Niet dat we verwacht hadden het Franse equivalent van Staphorst binnen te rijden, maar het was écht druk in Cannes.

Had ik u al verteld dat het druk was in Cannes? Buiten de parkeergarage was het Parijs in het kwadraat. Wel heel erg geconcentreerd op één plek, maar de reden daarvan wisten wij toen nog niet. Ook niet van de gigantische hoeveelheid beveiliging die aanwezig was. Natuurlijk had Frankrijk de afgelopen jaren aardig wat voor de kiezen gehad en Nice, waar het nog geen jaar geleden volledig foute boel was, ligt maar enkele tientallen kilometers verderop. Toch leek het ons onmogelijk om elke toeristische plek, ook nog buiten het hoogseizoen, op zo’n massale wijze te beveiligen.

‘He schat, ze maken reclame voor dat filmfestival. Misschien is het wel binnenkort’. 17 mai -28 mai Palais de Festival. ‘Welke datum is het eigenlijk vandaag?’. In de vakantie ben je de dagen en de datums weleens kwijt, maar wat terugrekenwerk leerde ons dat het 20 mei moest zijn. Daarna sloegen we, rechtsaf, een straatje in.

Selfiesticks met daaronder Japanners vochten om de beste plek, cameraploegen draaiden een paar meter verderop en mannen met accreditaties om hun nek probeerden zich een weg te banen door de menigte. Daarachter doemde het Palais de Festival op. Op dat moment het absolute zenuwcentrum van, inderdaad, het Filmfestival van Cannes.

Uitgepuft en uitgeblust zaten we in de meest toeristische voorziening dat Cannes, en bijna elke toeristische stad, kent. Het blauwe treintje reed ons langs de highlights van Cannes. Nadat we een eetgelegenheid hadden gevonden waar nog voor twee personen en een peuter plek was concludeerden we dat het toeristische treintje waarschijnlijk makkelijker door de menigte bewoog dan wij met onze buggy. En zo geschiedde.

Af en toe dachten we nog een glimp van Brad Pitt, Leonardo DiCaprio of Johnny Depp te mogen opvangen, maar verder dan de Prodentglimlachen op de billboards kwamen we niet. Geen idee waarop de mensen bij de rode lopers van de verschillende hotels aan het wachten waren, maar het had er veel schijn van dat deze fans engelengeduld zouden moeten hebben.


Engelengeduld dat er bij ons aan ontbrak. En dus liepen we aan het eind van de dag weer rustig richting de parkeergarage. Bij het uitrijden verzuchtte vrouwlief nog: ‘Zo’n smalle parkeergarage hier. Kan toch eigenlijk niet.’ Even dacht ik de woordgrap te bespeuren, maar de klank was te serieus. ‘Vind ik ook niet kunnen’, ontweek ik slim, terwijl ik de auto weer richting de camping reed.

Geen opmerkingen: